STARTEN ALS KINESITHERAPEUT
Je eigen praktijk starten, het is een geweldig plan, maar het is ook een heel proces. Je goed voorbereiden is dus de boodschap! Van bankzaken tot je praktijkruimte inrichten. Hoe begin je eigenlijk aan je eigen kinesitherapiepraktijk?
Erkenning als kinesitherapeut
Je ondernemingsvorm kiezen
Je zaak inschrijven
Verzekeringen
Praktijkruimte
Software
Hardware
Patiënten vinden en houden
3.EEN FINANCIEEL GEZONDE START
Belastingen
Kosten inbrengen
Btw
Steunmaatregelen
1. FORMALITEITEN
Om een praktijk op te richten, moet je zelfstandige zijn. En dat word je door een aantal praktische, juridische en sociale verplichtingen in te vullen. Een overzicht.
1.1 Erkenning als kinesitherapeut
Om in België als kinesitherapeut te mogen werken, heb je een visum en erkenning nodig. De luxe: je hoeft die niet zelf aan te vragen. Nadat je bent afgestudeerd, vallen je erkenning, visum en RIZIV-nummer automatisch in je bus. Ter info: een RIZIV-nummer heb jij nodig
om je geleverde prestaties aan te geven, je patiënten om een terugbetaling te krijgen van het ziekenfonds. Belangrijke kanttekening: als je wil specialiseren, moet je je erkenning wél zelf aanvragen via het e-loket van de FOD Volksgezondheid.
Accreditering
Als kinesitherapeut wordt van jou verwacht dat je je doorheen je loopbaan blijft bijscholen. In ruil voor het volgen van bijscholingen of ‘lokale kwaliteitsgroepen’ (LOK’s) krijg je een financiële vergoeding – de ‘accreditering’ genoemd. Je vraagt die aan via de dienst ‘Accreditering’ van het RIZIV, gelijktijdig met of binnen de 3 maanden na je aanvraag tot erkenning. Nadien kan je je accreditering telkens met 3 jaar verlengen.
Waarom accrediteren?
Als je geaccrediteerd bent, ontvang je jaarlijks een forfaitair honorarium waarmee je een deel van je opleidingskosten kan dekken. Soms krijg je ook bijkomende honoraria, afhankelijk van je specialisatie.
Conventioneren
Omdat je diensten vallen onder de ‘nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen’ kan je ervoor kiezen om je al dan niet te conventioneren. Er zijn drie situaties mogelijk:
- volledig geconventioneerd: je aanvaardt het akkoord met de ziekenfondsen en rekent de officiële tarieven aan.
- gedeeltelijk geconventioneerd: je aanvaardt het akkoord met de ziekenfondsen maar rekent enkel op bepaalde plaatsen of tijdstippen het officiële tarief aan.
- niet geconventioneerd: je volgt de ziekenfondsen niet en bepaalt zelf het honorarium.
Je bent niet verplicht om je te conventioneren. Je moet je patiënten wel informeren over je keuze en de gegevens hierover zichtbaar in je wachtkamer bevestigen.
1.2 Je ondernemingsvorm kiezen
De eerste knoop die je als zelfstandige moet doorhakken, is traditioneel de moeilijkste: start je als eenmanszaak of vennootschap?
Tip: maak deze keuze niet alleen. Neem hiervoor een boekhouder of accountant onder de arm die de finesses van het vak kent. Zo ben je zeker dat je een beslissing op maat van je ambities neemt.
De pro's en cons van beide vormen
Eenmanszaak
Vennootschap
Belangrijkste voordelen
• Weinig oprichtingskosten en geen startkapitaal vereist
• Eenvoudige boekhouding
• Zelf snel beslissingen nemen
• Optimalisatie van je fiscale bijdragen is mogelijk
• Je kan je privévermogen veiligstellen
• Ook andere vennoten kunnen investeren
Belangrijkste nadelen
• Je bent onbeperkt aansprakelijk, er zijn dus financiële risico’s
• Personenbelasting op je hele winst
• Meer wettelijke vereisten
• Duurdere en complexere oprichting
Samenwerkingen en associaties
Een geschikt pand, het nodige medische materiaal, administratieve ondersteuning … Een eigen praktijk kost een
flinke duit. Overweeg daarom zeker om die kosten met beroepsgenoten te delen. In een groepspraktijk bundel je
bovendien meer expertise en bewaar je gemakkelijker de work-lifebalans.
Onderaanneming: voor iemand werken | Bij een onderaanneming ga je in de praktijk van iemand anders werken (bv. je voormalige stagemeester). Je ontvangt daarvoor een vooraf afgesproken vaste en/of variabele vergoeding. |
Kostenassociatie: de kosten delen, | Hierin blijven de inkomsten gescheiden. Je deelt enkel de kosten (bv. de huur, elektriciteitsrekening, inrichting, enz.) en dat volgens een eigen gekozen verdeelsleutel. Juridisch gezien is er geen sprake van een vennootschap: iedereen blijft individueel werken voor eigen rekening. |
Middelenvennootschap | Er wordt enkel een vennootschap opgericht om de nodige middelen samen te brengen, investeringen te doen of kosten te dekken. Denk aan een praktijkruimte of gespecialiseerde software. Je beroepsinkomsten blijven buiten de vennootschap. |
Een maatschap: samenbrengen van kosten én inkomsten | In een maatschap breng je naast kosten ook inkomsten in. De winst wordt volgens een afgesproken verdeelsleutel toegekend aan de verschillende vennoten. Wanneer iets wordt aangekocht, zijn alle vennoten mede-eigenaar. |
Werkvennootschap | In een werkvennootschap bundel je de krachten met mensen die hetzelfde of een gelijkaardig vrij beroep uitoefenen. Alles gebeurt in principe in naam en voor rekening van de artsenvennootschap. Je ontvangt een vergoeding voor het geleverde werk via loon of dividenden. |
Tip: maak een kostenassociatieovereenkomst
Leg afspraken duidelijk en schriftelijk vast in een associatieovereenkomst. Vragen rond kosten of de verdeling?
Speel op veilig en bespreek je toetreding tot een associatie altijd met je boekhouder.
1.3 Je zaak inschrijven
Je mag jezelf pas officieel zelfstandige noemen als je een ondernemingsnummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) hebt ontvangen.
Ondernemingsnummer aanvragen
Inschrijving bij het ondernemingsloket
Inschrijving bij sociaal verzekeringsfonds
Je ondernemingsvorm kiezen
Je zaak inschrijven
Verzekeringen